Stapels goudstukken voor De Nachtwacht van de 16e eeuw

De Nachtwacht van de 16e eeuw helemaal bedekt met goud. Stapels goudstukken! De keizer van het Heilige Roomse Rijk, Rudolf II, bood in 1602 zoveel goudstukken als nodig om Het Laatste Oordeel dat Lucas van Leyden schilderde in 1526-1527, te bedekken. Hoeveel stapels goudstukken dat zijn geweest? Dat laat zich raden. Het drieluik heeft de imponerende afmetingen van 4,3 meter breed bij 3 meter hoog. Maar het stadsbestuur van Leiden zwichtte niet voor het grote geld. Het schilderij bleef in Leiden.

De Nachtwacht van de zestiende eeuw, Het laatste oordeel van Lucas van Leyden, waarvoor stapels goudstukken zijn geboden door de keizer Rudolf II van het Heilig Roomse Rijk in 1602
De Nachtwacht van de zestiende eeuw, Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden, waarvoor stapels goudstukken zijn geboden, komt aan in de eregalerij van het Rijksmuseum eind augustus 2016.
Foto: Olivier Middendorp
Met stapels goudstukken bedekt

Deze geschiedenis over de waarde van kunst doet modern aan. Het is goed te realiseren dat ook in het verre verleden beseft werd dat de waarde van kunst niet altijd in geld is uit te drukken. Zeker in 2016. Het jaar waarin de Nederlandse staat de helft van de 160 euro neerlegt voor de aankoop van twee Rembrandts.

Goud of kunst

In Leiden had men al vroeg in de gaten dat het werk van stadsgenoot Lucas van Leyden een unieke waarde had. Van Leyden had immers grote invloed op de ontwikkeling van de kunst. Toch was de verleiding van het goud groot. Net als nu ijverden echter kunstenaars en intellectuelen voor het behoud van het unieke schilderij van Lucas van Leiden. De schrijver van het toonaangevende boek over schilderkunst, Carel van Mander,  betoogde dat de waarde van dit Laatste Oordeel ver uit steeg boven die van de stapels goudstukken.

Lees verder Stapels goudstukken voor De Nachtwacht van de 16e eeuw

De Nachtwacht van de zestiende eeuw

De  Nachtwacht van de zestiende eeuw is Het Laatste Oordeel dat Lucas van Leyden in 1526-1527 schilderde als altaarstuk voor de Pieterskerk in Leiden. Volgens kunsthistorici is het belang van dit schilderij voor de kunstgeschiedenis gelijk aan de Nachtwacht van Rembrandt een eeuw later.

De Nachtwacht van de zestiende eeuw: het drieluik met het Laatste Oordeel geschilderd door Lucas van Leyden in 1526-1527 is nu te zien in de eregalerij van het Rijksmuseum Amsterdam.
De Nachtwacht van de zestiende eeuw, het drieluik met het Laatste Oordeel geschilderd door Lucas van Leyden in 1526-1527 is nu te zien in de eregalerij van het Rijksmuseum Amsterdam.

De Nachtwacht van de zestiende eeuw

Aan de heldere  en kleurrijke voorstelling van de Dag des Oordeels van Lucas van Leyden loop je niet snel voorbij. Het schilderij met de imponerende afmetingen van 4,3 meter breed bij 3 meter hoog wemelt van de naakten.  Toch genieten schilderij en schilder bij lange na niet de bekendheid van Rembrandt en zijn Nachtwacht van ruim een eeuw later. Daarin komt echter verandering nu dit drieluik voor twee jaar staat opgesteld in de eregalerij van het Rijksmuseum Amsterdam. Museum De Lakenhal in Leiden leent Het Laatste Oordeel uit omdat het museum twee jaar dichtgaat voor renovatie en uitbreiding.

Wegbereider renaissance

De directeuren van beide musea zijn opgetogen over deze samenwerking. Taco Dibbits van het Rijksmuseum onderstreept het belang van Het Laatste Oordeel. “De invloed van Van Leyden op de kunstgeschiedenis is gelijk aan die van Rembrandt. Van Leyden is met Albrecht Dürer de wegbereider van de renaissance in het noorden van Europa.” Meta Knol, directeur van De Lakenhal, wijst erop dat Het Laatste Oordeel met gemak de concurrentie aan kan met de andere topstukken in de eregalerij. “Het is een sprankelend kunstwerk door de lichte, heldere kleuren dat met de vele naakten en gepersonifceerde gezichten heel gewaagd en vernieuwend is.”

Lees verder De Nachtwacht van de zestiende eeuw

Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij

Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij. Mijn feuilleton Hartverscheurend Hardlopersleed, wat begon met een vermeende knieblessure, bereikt na drie maanden eindelijk de finale. 

De warme douche gutst op mijn gebogen rug. Op een uitademing zakken mijn vingertoppen nog net wat lager en raken mijn tenen aan. Eindelijk! Na drie maanden rekken en strekken lukt het. Weliswaar zijn mijn spieren nu warm na het sporten, maar de beoogde mijlpaal is bereikt. Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij.

Enige remedie tegen plantaris hypertonie is het langer maken van mijn hamstrings: dus rekken, rekken en rekken!
Enige remedie tegen plantaris hypertonie is het langer maken van mijn hamstrings: dus rekken, rekken en rekken!

Drie maanden geleden gaf sportarts Marc Alsemgeest mij de opdracht  om de ruim vijftien centimeter die er gaapte tussen mijn vingertoppen en tenen weg te werken. Langere hamstrings zijn de enige remedie tegen een plantaris hypertonie. Rekken, rekken en nog eens rekken, was zijn advies. Hardlopen mocht, maar zeker niet te hard en niet te ver.

Nog meer rekken

De praktijk is weerbarstiger.  Omdat mijn been en knie na de pijnlijke manipulatie weer ontspannen aanvoelen, begin ik aan een klein rondje rennen. Maar dat wordt geen succes. Na 25 meter voel ik al weer de pijn in mijn knie. Dus eerst nog maar meer rekken en rekken.

De ene dag voelt mijn been ontspannen maar de volgende doet mijn knie pijn bij elke trede omhoog. De ervaring leert me wel  dat het rekken onmiddellijk effect heeft op mijn knie. Dat stimuleert om de rekoefeningen te blijven doen. ’s Ochtends, ’s middag, ’s avonds buig ik voorover. Mijn rugspieren zijn dit duidelijk niet gewend, zodat ik na een week mijn bed nauwelijks uit kan komen. Maar door rustig over mijn rug te rollen met opgetrokken knieën los ik dat probleem op.

Niets doen is het ook niet

Na drie weken lukt het om een rondje van van 3,5 km te lopen. Een paar dagen later zelfs 7 km. Ik helemaal blij, maar drie dagen later is het vanaf de eerste stap weer helemaal mis. Mijn knie weigert elke dienst. Rekken brengt nu ook geen verlichting.

Toch teveel gedaan? Dan maar een week rustig aan doen. Wel rekken, maar niet sporten en al helemaal niet hardlopen. Dat lijkt aanvankelijk vruchten af te werpen, maar na drie dagen word ik ’s nachts wakker van de pijn in mijn knie die helemaal stijf aanvoelt. Niets doen is het dus ook niet.

Ik vraag me af of ik ooit nog van die plantaris hypertonie afkom. Het spookbeeld dat ik het hardlopen moet opgeven, dringt zich steeds nadrukkelijker aan.

Alternatieven

Ik mag de sportschoolpas van een vriendin gebruiken tijdens haar vakantie. Dat schept een goed alternatief. De twijfels over het hardlopen  worden verdrongen door lessen bodybalance en bodyshape. Die confronteren me met mijn beperkte lenigheid en hoofd-hand-beencoördinatie. Maar oefening baart kunst, dus doorzetten maar.  Aan de lessen supercycle beleef ik veel plezier. Ook als mijn knie pijn doet, gaat het fietsen prima. Op het ritme van een stevige beat leer ik klimmen en het tempo waarin ik mijn benen rond krijg, wordt steeds hoger. Mijn conditie gaat vooruit en ik zie mezelf al op de flanken van Alpe d’ Huez.

Dat ik vorderingen maak, ervaar ik ook met het zeilen. Hoeveel de boot ook schommelt, ik voel mijn knie niet. Ook bij het schrap zetten als de wind het schip doet overhellen, geen enkel protest meer van knie of hamstrings.

Zonder pijn in knie en been kan ik me weer schrap zetten. Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij.
Zonder pijn in knie en been kan ik me weer schrap zetten. Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij.

Sportarts Alsemgeest is tevreden met de bereikte ontspanning in mijn plantaris en de verlenging van mijn hamstrings, maar hij maant me de rekoefeningen onverminderd door te zetten. “Je moet ook bij je tenen kunnen zonder dat je spieren opgewarmd zijn,” stelt hij terwijl hij soepel zijn grote lichaam voorover buigt en met gemak zijn handen de grond raken.

Plantaris hypertonie bijna voorbij

Mijn plantaris hypertonie is bijna voorbij. Ik durf nu weer te gaan hardlopen. Eerst een ronde van 4,5 km gevolgd door 1,5 km wandelen. Dan een rondje van 6 km en nu ook een ronde van 10 km. Dat gaat goed. Hamstrings noch knie protesteren. Na afloop besteed ik zeker tien minuten aan rekken en strekken. Dat kost geen moeite. Ik heb de finale bereikt van mijn vermeende knieblessure die een plantaris hypertonie blijk te zijn. De finish heb ik nu in zicht!